annemarie boorsma

Caspar David Friedrich

Caspar David Friedrich schilderde aan het begin van de negentiende eeuw landschappen waarop de mens vol ontzag naar die enorme natuurkrachten keek. Dankzij de klimaatverandering zijn de rollen nu omgedraaid. Het geeft het kijken naar Friedrichs werk een heel andere betekenis.

TROUW Joke de Wolf, 26 januari 2024, 13:28

De schilderijen van Caspar David Friedrich hebben grote zuigkracht. Ze trekken de toeschouwers naar zich toe, en houden ze dan toch net voor de lijst tegen. De compositie van de schilderijen lijkt eenvoudig. Op de voorgrond staat een persoon met de rug naar ons toe. Als een gastvrouw of gastheer die, voordat het officiële deel van de ontvangst begint, het bezoek even in stilte wil laten meegenieten van het uitzicht. Soms is er alleen een grote steen, een ijspartij of een eenzame boom die ons uitnodigt mee te kijken. Daarachter strekt de natuur met de bijbehorende natuurverschijnselen zich uit tot aan de horizon: een vallei vol mist, een donkere schemering of een blauw verkleurend bergmassief in de verte.

Friedrich werd dit jaar precies 250 jaar geleden geboren. In Duitsland is dat aanleiding voor een herdenkingsjaar met meerdere Friedrich-tentoonstellingen. Gezien het aantal persiflages, postzegels en de vele boekomslagen die gebruikmaken van de kunst, lijkt de zuigkracht van zijn werk onverminderd. Toch was hij na zijn dood lang vergeten, na de Tweede Wereldoorlog was het werk zelfs een tijd taboe vanwege een al dan niet aanwezige nationaalsocialistische ondertoon – het is niet moeilijk er een sterke band met Blut und Boden in te zien. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw keken kunsthistorici op de kunst van Friedrich neer. Historisch onderzoek en een veranderde smaak zorgden voor meer belangstelling. En nu is het werk opnieuw actueel, met dank aan de klimaatverandering.

Beeld dat ontzag en angst opwekt

Das Eismeer, de ijszee, een schilderij dat Friedrich in 1823 maakte, zou bijvoorbeeld zo uit een campagne over de stijgende zeespiegel kunnen komen. De onderste helft van het schilderij wordt volledig opgeschrokt door kruiend ijs. Dik als betonblokken liggen ze over elkaar heen, je hoort ze kraken. In het midden van het doek steken ze omhoog tot bijna bovenaan. Je hebt als toeschouwer geen idee hoe groot de ijsschotsen zijn, totdat er aan de rechterkant van het schilderij een herkenbaar detail blijkt te drijven in de ijsmassa: een achtersteven van een zeilschip, gekanteld. Net zoals de boten in de overstromende rivieren. Het schip is vergaan. En deze ijsmassa is nog groter dan het leek. Op het moment dat Friedrich het schilderde was het een beeld dat ontzag en angst opwekte. Nu doet het ons meteen denken aan smeltend poolijs en het stijgen van de zeespiegel.

about:blankhttps://acdn.adnxs.com/dmp/async_usersync.html

Das Eismeer, 1823/24 Beeld Hamburger Kunsthalle
Das Eismeer, 1823/24Beeld Hamburger Kunsthalle

Eerst even over de schilderijen zelf, dus die met olieverf beschilderde doeken en een lijst eromheen. Die zijn namelijk niet zo groot. Een groot deel hangt permanent in een van de bovenzalen van de Alte Nationalgalerie in Berlijn, op het Museuminsel – vanwege het jubileum gaan er bij hoge uitzondering een paar op reis. In dit museum zag ik voor het eerst een schilderij van Friedrich, afbeeldingen waar ik als tiener al bij had zitten wegdromen. Het museumgebouw is een achttiende-eeuwse variant op een Griekse tempel, op de benedenverdiepingen hangen meterslange schilderijen met klooster-ruïnes en gotische kathedralen. Alles is hier zwaar en ingetogen dramatisch. Ik hoopte op een magisch moment, de fysieke ontmoeting viel tegen. Veel schilderijen van Friedrich zijn namelijk niet meer dan zeventig centimeter breed, inclusief lijst. De kleuren waren ook feller dan in de reproducties die ik kende. De schilderijen met een zonsondergang wáren kitsch.

De allesbepalende natuur

Toch was grootsheid wel het effect dat de toeschouwers beschreven toen ze Friedrichs werk voor het eerst zagen. In 1810 had hij een opvallend landschap geëxposeerd aan de Berlijnse kunstacademie, het doek dat nu bekend staat als Der Mönch am Meer, de monnik aan de zee. Het was voor die tijd een uitzonderlijke compositie: alleen een kleine mensfiguur is te herkennen, daaromheen niets dan kleur, licht en zand in horizontale banen.

Traditioneel gezien nam een kunstenaar toeschouwers in een geschilderd landschap aan de arm, en liet de blik via een serie van details – bomen, een weg, een wijzende voorbijganger, een kasteel aan de horizon – door het geschilderde landschap reizen. Friedrich gaf geen arm. Hij zette alleen een mensfiguur tegenover de allesbepalende natuur, als die meegenietende gastheer of -vrouw. Heinrich von Kleist beschreef in 1810 in een krantenartikel hoe hij zich, staand voor het schilderij, zelf die Kapuziner voelde, en het schilderij de duin was waarachter hij de zee wilde zien. ‘Alsof mijn oogleden waren afgesneden’, zo direct voelde hij het verlangen naar dat uitzicht. Je zou het nu engagement noemen.

Friedrich bleef dicht bij huis

Geëngageerd was Friedrich inderdaad. Duitse romantici koesterden het verlangen en het sentiment dat de natuur kon oproepen. ‘Wanneer ik aan het gewone een hogere betekenis toeken, aan het alledaagse een geheimzinnig aanzien, aan het bekende de waarde van het onbekende, dan romantiseer ik het’, aldus de jonggestorven dichter Novalis. Friedrich schildert nadrukkelijk Duitse bossen, Duitse kerken en de Duitse zee. Friedrich was opgegroeid in Greifswald, aan de Oostzeekust, met dichtbij het grote eiland Rügen. Na privéles in tekenen en schilderen studeerde hij vier jaar aan de kunstacademie van Kopenhagen, en vanaf 1798 tot aan zijn dood in 1840 zou hij in Dresden wonen. Naar Italië reisde hij nooit, hij bleef dicht bij huis.

Niet dat Friedrich zijn verbeelding binnen de Duitse grenzen wilde houden. Het Eismeer schilderde de kunstenaar naar aanleiding van de verhalen over de ontdekkingstochten die William Edward Parry in 1820 maakte op zoek naar de Noordwestelijke Doorvaart, een route van de Atlantische Oceaan naar de Grote Oceaan. Parry overleefde de expeditie, maar Friedrich liet zich meeslepen en stelde zich voor hoe het noodlot had kunnen toeslaan – een eerdere versie heette Die gescheiterde Hoffnung, oftewel de vergeefse hoop. Aan de Elbe had de kunstenaar in de winter van 1820 zelf het kruiende ijs gezien en geschetst. De ijsschotsen hadden voor Friedrich ook een persoonlijke betekenis. Toen hij op zijn dertiende door het ijs zakte, redde zijn jongere broertje hem. Maar daarna verdronk die zelf.

Onmetelijk landschap zonder afleiding

Friedrich sprak zelf over zijn werk in raadsels. Hij wilde de betekenis van een schilderij niet vastleggen. Zo gaf hij een ‘emotionele ruimte’ rond zijn verbeelding van mens en natuur. Emoties kon hij wel sturen, vond hij. Hij schreef: ‘Het ware kunstwerk zou één enkele zin moeten uitdrukken, en de toeschouwer tot verdriet, nostalgie of vreugde bewegen, maar moet niet proberen alle emoties te verenigen alsof ze met een klopper zijn gemengd. Het kunstwerk moet proberen het enige ding te zijn, en het werk moet van deze wens doordrongen zijn. Elk detail moet hiernaar verwijzen.’

En dat is inderdaad precies wat de schilderijen zo intens maken: ze tonen een onmetelijk landschap zonder afleiding. Het atelier van Friedrich was uiterst sober, weten we van verslagen van bezoekers. Geen schilderijen of prenten om hem af te leiden. Aan de horizon achter de Mönch am Meer had Friedrich eerst nog zeilschepen geschilderd. Je kunt ze nog zien als je heel dichtbij het doek staat. Maar ze leidden te veel af van de ene zin, moet hij gedacht hebben.

Wanderer über dem Nebelmeer, 1817
 Beeld Hamburger Kunsthalle
Wanderer über dem Nebelmeer, 1817Beeld Hamburger Kunsthalle
Der Feldstein bei Rathen, 1828
 Beeld Germanisches Nationalmuseum
Der Feldstein bei Rathen, 1828Beeld Germanisches Nationalmuseum

De kunstenaar deinsde er tegelijk niet voor terug om iets kleins de hoofdrol te geven. Een eikenboom in de sneeuw bijvoorbeeld, of een bosje kreupelhout. Ook dát zou grote emoties op kunnen roepen, lijkt hij te suggereren. Zolang je je er maar vol overgave op richt, en in dat geval de horizon beperkt tot een zacht gloeiende waas op de achtergrond.

Behoefte aan beeld met zuigkracht

Friedrich vervangt het verhaal met een emotie. Dat maakt de beelden toegankelijk: je kunt ze lezen zonder veel achtergrondkennis. Maar dat maakt de schilderijen, vooral die met de rugfiguren, ook uiterst aantrekkelijk voor een eigen interpretatie. Kunstcriticus Dieter Roelstraete verzamelt bijvoorbeeld boeken waar de Wanderer op het omslag staat die niet over Friedrich gaan. Hij noemt het schilderij het symbool van de Romantiek, herkenbaar en eindeloos hergebruikt en geparodieerd. Onder de zestien Engelstalige boeken die hij tot nu toe heeft verzameld bevinden zich romans, boeken over filosofie, mindfulness en, tot zijn grote ontzetting, ook een boek van Jared Taylor, de extreem-rechtse activist, die het schilderij van Friedrich geschikt vond voor zijn boek White IdentityRacial Consciousness in the 21st Century. Het oude Blut und Boden-idee is dus toch nog niet helemaal vergeten. Een suggestie die ook de Amerikaanse kunstenaar Kehinde Wiley biedt met zijn eigen interpretatie van de Wanderer: in plaats van de blonde witte man laat hij een zwarte man bovenaan de berg staan.

Nog steeds hebben we behoefte aan een beeld met zuigkracht à la Friedrich. Niet alleen in de kunst maar ook in het wereldnieuws, zo weet kunstenaar en onderzoeker Susan Schuppli. In de Friedrichtentoonstelling die nu te zien is in Hamburg wordt haar film Arctic Achipelago getoond. De kunstenaar laat met beelden die ze maakte in Spitsbergen zien hoe moeilijk het is de ramp van het smeltende poolijs over te brengen. Schuppli verzamelt met haar onderzoeksgroep Forensic Architecture aan de Goldsmiths universiteit in Londen bewijsmateriaal van schendingen van mensenrechten en klimaatrampen. Vaak doen ze dat met behulp van beeldmateriaal dat ze krijgen via bewakingscamera’s en satellieten. Haar kunstwerken en boeken gaan over het belang van zulke fysieke getuigen. Niet alleen voor een mooi kunstwerk maar voor een betere en rechtvaardiger wereld.

De natuur die eerst zo bedreigend en onvoorspelbaar was, is nu zelf bedreigd. En niet vanwege een grotere macht, maar dankzij de aanwezigheid van de mens. De mens heeft namelijk niet ademloos langs de kant gestaan, er is op allerlei manieren ingegrepen op het landschap van Friedrich. Het contempleren van de zee, de bergen en het bos in alle rust is een droombeeld geworden dat Friedrich wist vast te leggen zonder het zelf zo te zien.

2024 is Friedrichjaar in Duitsland

Musea in Hamburg, Berlijn en Dresden bezitten samen wereldwijd de grootste verzameling kunstwerken van Caspar David Friedrich. Hun jubileumtentoonstellingen wisselen elkaar af. In de Hamburger Kunsthalle is nog tot 1 april een tentoonstelling over Friedrich en de natuur. Van 19 april tot en met 4 augustus is in de Alte Nationalgalerie de tentoonstelling over ‘Oneindige landschappen’, en van 24 augustus tot 5 januari 2025 ligt in het Albertinum in Dresden de nadruk op de veertig jaar die Friedrich daar verbleef. Meer details over de jubileumtentoonstellingen staan op cdfriedrich.de.

Daarnaast heeft ook de geboorteplaats van de kunstenaar, Greifswald, een jaar lang een jubileumprogramma, daarover staan de details op caspardavid250.de