Beeldende kunst, design, theater en mode
Dinsdag 1 december 2020, Museon Den Haag
In de zestiger jaren liepen jongeren met bloemen in het lange haar, ook de jongens. En je sliep op de Dam en je vader en moeder noemde je bij de voornaam. Je was ‘baas in eigen buik’, je kind ging naar de kresj en hij/zij werd antiautoritair opgevoed. Je streed tegen burgerlijkheid, was voor vrede en democratie en deed mee aan demonstraties tegen de oorlog in Vietnam. Als student bezette je het Maagdenhuis in Amsterdam en je hield van geestverruimende middelen, de Rolling Stones, Zenboeddhisme en vrije seks. Je was voor inspraak, gelijkheid tussen man en vrouw en de emancipatie van homo´s en lesbiennes. Je was voor het wittefietsenplan, uitgedacht door de Provo-beweging en aan de wand had je een rotaprint hangen met een vrijend paar van Aat Veldhoen. Voor drie gulden gekocht. Vrouwen droegen minirokken, soms van plastic of metaal, met felle kleuren en zware make-up. Broodmager was in, want model Twiggy was je grote voorbeeld. Je spijkerbroek versierde je met opgestikte lapjes met bloempatronen en fel gekleurde kralen. Je zat op plastic organisch gevormde stoelen met zuurstokkleuren, een zitzak of een opblaasstoel. Hogere kunst werd met ironie, humor en veel malligheid bestreden, en eigenlijk was gewoon alles kunst, was alles mooi. Ook de straat, het buurthuis, autobanden, wattenbolletje en plastic zakjes. Eigenlijk was iedereen een kunstenaar. De scheiding tussen kunstvormen werd vager. Beeldende kunstenaars acteerden en noemden dat dan een performance of happening. Schrijvers schilderden, acteurs gingen aan de slag met verf en maakten hun eigen kostuums en schreven hun eigen teksten.
Het atelier van de Amerikaanse Popart kunstenaar Andy Warhol noemde hij ‘The Factory’. Hij liet zich inspireren door colaflesjes, soepblikken en verpakkingen van schuursponsjes. Kortom, de consumptiemaatschappij. Roy Lichtenstein koos voor de striptekeningen die hij enorm uitvergrote. Niki de Saint Phalle schoot met een geweer op zakjes gevuld met verf en Wim T Schippers goot een flesje limonade uit in zee. Pers en filmploegen hebben het allemaal vastgelegd. Yayoi Kusama beschilderde alles met stippen, inclusief haar eigen naakte lijf. In 1969 vond in de Amsterdamse Schouwburg ‘Actie Tomaat’ plaats. Studenten van de Amsterdamse toneelschool gooiden tomaten naar de acteurs van de Nederlandse Comedie. Weg, met dat elitaire bolwerk, vonden ze. Er werden nieuwe experimentele gezelschappen opgericht. De voorstellingen vonden nogal eens plaats op straat, in tenten, verpleeghuizen, gevangenissen of kraakpanden.
Kortom, er gebeurde nogal wat in de sixties, op maatschappelijk, sociaal en cultureel gebied. En kunsthistorica Anne Marie Boorsma zal erover vertellen aan de hand van veel beeldmateriaal.
Plaats: Museon, Stadhouderslaan 37, Den Haag
Dinsdag 1 december 2020
Tijd van 12.45 tot 14.00 uur EN van 15.00 tot 16.15 uur.
Kosten: gratis met Museumkaart
GRAAG AANMELDEN BIJ HET MUSEON!!!
Meer informatie Museon, klik hier
